Dag 1: terugblik, opsporingsonderzoek, bewijs
De eerste dag van het requisitoir heeft het OM, na een terugblik op de dag van 17 juli 2014, gewijd aan het opsporingsonderzoek, en de validatie van de onderzoeksgegevens. Ook heeft het alternatieve scenario’s belicht. Daarna heeft het OM de vraag besproken of de Nederlandse strafrechter rechtsmacht heeft om over het neerhalen van MH17 te oordelen en die vraag positief beantwoord. Het OM heeft de tenlastelegging besproken en de rol en positie van de verdachten daarbij. Het OM zegt: “De vier verdachten waren geen reguliere militairen, maar zelfverklaarde vrijwilligers die de wapens hebben opgepakt en hebben bijgedragen aan de chaos en wetteloosheid in Oost-Oekraïne. Zij vallen dus gewoon onder de Nederlandse strafwet en kunnen daarom ook gewoon vervolgd worden voor het doen verongelukken van MH17 en de moord op de inzittenden in de zin van artikelen 168 en 289 Sr.”
Over het bewijs heeft het OM gezegd dat belastend bewijs is getoetst en gezocht is naar ontlastend bewijs voor de verdachten. Het bewijs in deze zaak wordt voor een belangrijk deel gedragen door beeldmateriaal en tapgesprekken. Het OM ziet geen enkele aanwijzing voor manipulatie van de belastende tapgesprekken, foto’s en video’s. Het OM heeft vervolgens aandacht besteed aan de tapgesprekken die aan de verdachten kunnen worden toegeschreven en de reacties die de verdachten daarop hebben gegeven. Ook heeft het OM de ontwikkeling van de strijd in Oost-Oekraïne beschreven en de rol van de verdachten hierin. Van belang hierbij was de route die door de Buk-TELAR is afgelegd vanuit het grondgebied van de Russische Federatie naar de afvuurlocatie. Daarbij zijn foto- en videobeelden getoond die getuigen hebben gemaakt en zijn tapgesprekken ten gehore gebracht.
Dag 2: verder over bewijs
Op de tweede dag van het requisitoir heeft het OM het bewijs voor het neerschieten van MH17 met een Buk-TELAR verder besproken. Het OM heeft alle relevante feiten en omstandigheden benoemd voorafgaand aan en na de ramp. Het is gegaan over de getuigenverklaringen, het feitenonderzoek in Oekraïne, het onderzoek naar het gebruikte wapen en het schadebeeld aan het vliegtuig zelf. De verklaringen van de verdachten heeft het OM ook in het requisitoir betrokken. Het OM concludeert het volgende.
Alle vier de verdachten hadden een sturende militaire rol bij de aanvoer, inzet en afvoer van ‘hun’ Buk-TELAR. Er is sprake van functioneel medeplegen. Dat is het niet zelf, maar door middel van anderen, plegen van een strafbaar feit waardoor men toch strafrechtelijk als dader aansprakelijk is. Verdachten vormden alle vier een hechte samenwerkende groep om vliegtuigen neer te schieten. Alle vier waren betrokken bij geweld tegen Oekraïense luchtvaartuigen. Daarop hadden zij hun opzet gericht. Hiervoor hadden zij behoefte aan een zwaarder wapen. Zij hebben om dat wapen gevraagd en dat geleverd gekregen, gebruikt en na de inzet laten afvoeren. Na het neerschieten hebben zij het neerstorten van het vliegtuig geclaimd als een eigen resultaat. Het OM acht daarom bewezen dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan A) het doen verongelukken van vlucht MH17, waardoor de 298 inzittenden zijn overleden en B) de moord op die 298 inzittenden. Er is sprake van zogenaamde eendaadse samenloop: 2 misdrijven worden door 1 handeling gepleegd.
Vorderingen benadeelde partijen
Het OM heeft aan de rechtbank een ‘advies’ over deze vorderingen tot vergoeding van immateriële schade gegeven. Het OM ziet geen belemmeringen voor de beoordeling door de rechtbank van deze vorderingen. Bij beoordeling van de vorderingen is het Oekraïens civiel recht van toepassing. De hoogte van het schadebedrag is moeilijk vast te stellen. Uitspraken van Oekraïense rechters bieden geen houvast voor de beoordeling in deze zaak. Het OM vindt het redelijk om nu in Nederland geldende standaard bedragen voor affectieschade bij overlijden door een misdrijf tot richtsnoer te nemen en gaat daarom uit van een basisbedrag van € 20.000,-. Dat bedrag moet worden verhoogd vanwege de bijzondere omstandigheden van deze zaak. Het OM wijst daarbij met name op de grote en voortdurende media aandacht en de ontoegankelijkheid van de plaats van de ramp, waardoor de nabestaanden niet de plaats met eigen ogen konden aanschouwen en de repatriëring van de stoffelijke resten van hun geliefden op afstand moesten volgen. Hoewel geen enkel geldbedrag echt recht doet aan het leed dat is veroorzaakt, komt het OM op een vergoeding van € 30.000,00 tot € 40.000,00 per nabestaande per slachtoffer, waarbij de precieze hoogte afhankelijk is van het soort relatie/band tussen nabestaande(n) en slachtoffer(s). Er is geen reden andere uitkeringen aan de nabestaanden in mindering te brengen op deze bedragen, omdat het Oekraïens recht daar ook geen ruimte voor biedt.
Het OM vraagt de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Daarmee zal de Nederlandse Staat de schadebedragen voorschieten en verhalen op de veroordeelden. Het OM vindt dat de verdachten hoofdelijk voor betaling van de schadevergoeding kunnen worden veroordeeld. Dat betekent dat elke verdachte voor het geheel kan worden aangesproken en als deze betaalt, de andere dan niet meer hoeft te betalen. Ten slotte vraagt het OM om de maatregel van gijzeling op te leggen voor de maximale duur van 1 jaar als de verdachten worden veroordeeld. Dan wordt een veroordeelde gevangen gezet als hij niet betaalt, om hem zo te dwingen de schadevergoeding te betalen.
Beslag
De rechtbank zal ook een beslissing moeten nemen over in beslag genomen voorwerpen, zoals de restanten van het vliegtuig en raketdelen. Het OM meent dat de vliegtuigdelen terug moeten naar Malaysia Airlines en de raketdelen kunnen verbeurd worden verklaard. Dat moet pas gebeuren als er een onherroepelijk vonnis is gewezen. Eventueel hoger beroep moet dus worden afgewacht.
Dag 3: strafeis, woord van de rechtbank en verdere planning
Op de derde dag heeft het OM de strafeis geformuleerd.
Hierbij heeft het OM gewezen op de ernst van de feiten: het neerhalen van een vliegtuig en dus het doden van de inzittenden en het leed dat daarmee alle nabestaanden is aangedaan. Als burgers mochten de verdachten geen geweld toepassen. Verdachten wisten van het risico een burgervliegtuig te treffen die konden vliegen boven het strijdgebied. Nergens uit blijkt dat de verdachten dit risico hebben overwogen, aldus het OM. Het OM verwijt ook de Russische overheid dat zij zich het risico dat een burgervliegtuig zou worden geraakt, niet heeft gerealiseerd. Ondanks de ontkenning op enige wijze betrokken te zijn bij de bewapende strijd in Oost-Oekraïne, heeft de Russische Federatie met artillerie de opstandelingen gesteund en een Buk-systeem, ontdaan van bijna alle herkenningstekens, de grens over gesmokkeld.
Omdat de gevolgen van een strafbaar feit van belang zijn bij de bepaling van de strafmaat, heeft het OM opnieuw uitgebreid stilgestaan bij de ervaringen van de nabestaanden nadat zij hadden vernomen dat MH17 was neergestort en alle inzittenden waren omgekomen, waaronder de schok van de mededeling en het wachten op en de onzekerheid over de repatriëring van de stoffelijke resten. Dat heeft bij veel nabestaanden langdurig en voortdurend psychisch letsel veroorzaakt. De gevolgen voor de nabestaanden zijn immens. De internationale gemeenschap is geschokt door de ramp met MH17.
Verder heeft het OM voor de strafmaat bepaling gezocht naar soortgelijke zaken, maar de MH17 situatie is uniek. Het OM heeft uitgelegd welke richtlijnen en omstandigheden gelden voor het stellen van de strafmaat bij moord. Een levenslange gevangenisstraf wordt alleen opgelegd in uitzonderlijke gevallen. Een vergissing in persoon maakt daarbij niet uit: moord ziet op het doden van een mens, niet op het doden van een bepaald persoon.
Er is sprake van allesvernietigend, planmatig en dodelijk geweld. Verdachten hebben het strafbare feit geïnitieerd, georganiseerd en anderen laten uitvoeren. Een levenslange gevangenisstraf is passend en geboden, aldus het OM. Een levenslange gevangenisstraf is, zoals geregeld in Nederland, niet in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat een commissie na verloop van tijd kan beoordelen of gratie aan de orde is.
De rolverdeling tussen verdachten vormt geen aanleiding verschillende straffen op te leggen. Twee van de verdachten gaven op afstand leiding en de andere twee waren uitvoerend commandanten. OM neemt de verdachten die niet ter terechtzitting zijn verschenen zeer kwalijk dat zij zich niet verantwoorden. Dat geldt ook voor het verhullen door de verdachten van de feiten, het verstoppen en afvoeren van de Buk-TELAR en het actief in de wereld brengen van onware scenario’s van het gebeuren. De verdachte die zich wel laat verdedigen in dit strafproces heeft als enige het leed van de nabestaanden betreurd en de wens uitgesproken dat de waarheid wordt achterhaald en de verantwoordelijken worden gestraft, maar heeft in de ogen van het OM evenwel geen medewerking verleend aan het strafproces. In de persoonlijke omstandigheden van de verdachten ziet het OM geen aanleiding tot stafvermindering. De verdachten hebben geen blijk gegeven van berouw of spijt, maar hebben er zelfs actief aan bijgedragen dat de nabestaanden extra leed hebben ondervonden.
Vanwege de bijzonderheden van deze zaak kan volgens het OM de duur van dit strafproces geen reden zijn voor strafvermindering.
Aan het slot van het requisitoir heeft het OM gevorderd een levenslange gevangenisstraf op te leggen aan alle vier de verdachten.
Het OM spreekt de hoop uit dat de verdachten in de toekomst hun straf zullen ondergaan. Het OM wil alles doen om dat te realiseren. Daarom wordt ook de gevangenneming gevorderd waarmee de verdachten onmiddellijk zouden kunnen worden vastgezet, ook al is het vonnis nog niet onherroepelijk.
Slotwoord rechtbank en verdere planning
De rechtbank heeft aan het eind van deze dag nog het woord genomen en heeft opgemerkt dat met uitspreken van het requisitoir een fase is afgesloten. De rechtbank heeft vervolgens, omdat de verdachten voor onschuldig worden gehouden totdat de rechtbank anders heeft beslist, opgeroepen met aandacht en belangstelling het woord van de verdediging aan te horen als zij in maart 2022 de verdediging zullen voeren.
De rechtbank heeft de volgende planning bekend gemaakt. In de verstekzaken is de behandeling eigenlijk afgerond, maar de verdachten kunnen er nog steeds voor kiezen zich in het proces te verdedigen. Op 7 maart 2022 wordt de zitting om 10.00 uur hervat voor het pleidooi van de verdediging. Vanaf 16 mei 2022 zijn 3 dagen gereserveerd voor het OM en het RBT om op de verdediging te reageren (repliek). Vervolgens is op 8 juni 2022 gelegenheid voor de verdediging daarop weer een reactie te geven (dupliek). Vervolgens breekt de periode aan voor de beraadslaging door de rechtbank. Als alles volgens planning verloopt, kan de rechtbank op een van de drie gereserveerde dagen, 22 september 2022, 17 november 2022 of 15 december 2022, het vonnis uitspreken.
De zitting is geschorst tot 7 maart 2022 om 10.00 uur.